Waar kunnen wij u mee helpen? How can we help you?
Search
Contact
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens wanprestatie

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens wanprestatie

Gepubliceerd: 04-mrt-2019 08:00

Onderstaand bericht is geschreven door Aranka de Voogd en gepubliceerd door SDU Opmaat Arbeidsrecht op 4 maart 2019.

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van art. 7:686 BW. De kantonrechter is van oordeel dat werkneemster de verplichtingen vanaf 14 november 2018 niet is nagekomen (artikel 660a lid 1 sub a en c BW) en dat deze tekortkoming in de nakoming van de arbeidsovereenkomst als ernstig verwijtbaar is te kwalificeren en dat op grond hiervan de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden.

Feiten

Werkneemster is sinds 1 oktober 2005 werkzaam in de functie van verkoopster bij werkgever. Op 2 januari 2018 meldt werkneemster zich ziek en op 17 januari 2018 heeft zij een operatie ondergaan. Werkgever heeft in de daaropvolgende periode tevergeefs getracht met werkneemster persoonlijk in contact te komen. Op 14 mei 2018 hebben partijen voor het eerst sinds de ziekmelding met elkaar gesproken.

Op 29 augustus 2018 is werkneemster door de bedrijfsarts gezien en deze rapporteert dat werkneemster herstellende is en dat terugkeer in het eigen werk op termijn wordt verwacht. Wel signaleert de bedrijfsarts dat moeizame arbeidsverhoudingen aan herstel en terugkeer in de weg kunnen staan en adviseer om die reden een gesprek met een derde partij aan te gaan, waarbij tevens bezien kan worden hoe ‘wegen zich kunnen scheiden’ als partijen er niet uit komen. De casemanager heeft partijen vervolgens uitgenodigd voor een gesprek over de moeizame arbeidsverhoudingen, maar deze werd door werkneemster geannuleerd. Op 6 september legt werkgever een loonstop op omdat werkneemster niet is verschenen voor het geplande gesprek. In de periode die hierop volgde is herhaaldelijk geprobeerd een afspraak in te plannen, maar werd dat door werkneemster of geannuleerd, dan wel voortijdig afgebroken.

Op 15 oktober heeft werkneemster haar werkzaamheden hervat. Op 16 oktober heeft werkgever opnieuw getracht verduidelijking te krijgen over de moeizame arbeidsverhouding. Op 19 oktober meldt werkneemster zich wederom ziek.

Werkneemster heeft inmiddels een deskundigenoordeel bij het UWV aangevraagd en daar is aangegeven dat zij tot 7 november inderdaad niet in staat was haar eigen werk in de volle omvang te verrichten. Zij zou echter wel in staat moeten worden geacht tot het verrichten van passende arbeid waarbij rekening wordt gehouden met haar beperkingen ten aanzien van gebogen houdingen en frequent bukken.

Werkneemster is vervolgens verzocht om met ingang van 14 november 2018 middels een opbouwschema, haar werkzaamheden te hervatten. Op 14 november is werkneemster weliswaar op het werk verschenen maar is na een discussie weer vertrokken. Werkgever heeft haar vervolgens de “allerlaatste” waarschuwing gegeven en werkneemster gesommeerd medewerking te verlenen aan haar re-integratieverplichtingen.

Werkneemster is vervolgens 3 dagen niet verschenen. Op 21 november heeft werkgever werkneemster wederom gesommeerd om haar werkzaamheden te hervatten, maar werkneemster heeft hier geen gehoor aan gegeven en heeft zich op 26 november ziek gemeld.

Bij brief van 27 november 2018 heeft werkgever aan wederom aan werkneemster medegedeeld dat zij ernstig in strijd handelt met haar re-integratieverplichtingen; de loonstop zal blijven gelden en als werkneemster niet met onmiddellijke ingang haar medewerking verleent aan haar re-integratieverplichtingen zal overgaan worden tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Werkneemster heeft ook daarna geen werkzaamheden meer verricht en is evenmin verschenen op het spreekuur van de bedrijfsarts op 28 november 2018.

Op 3 december hebben partijen nog met elkaar gesproken (in aanwezigheid van hun gemachtigden), maar dit heeft tot niets geleid.

Verzoek

Werkgever verzoekt ontbinding primair op grond van (ernstige) wanprestatie (artikel 7:686 BW), subsidiair op de e-grond. Voorts heeft werkgever verzocht te bepalen dat werkneemster geen recht heeft op de transitievergoeding (althans niet meer dan € 6.791,00 bruto) en dat werkneemster geen billijke vergoeding toekomt aangezien er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten aan de kant van werkgever.

Beoordeling

De kantonrechter overweegt dat werkneemster verplicht is gevolg te geven aan door werkgever gegeven redelijke voorschriften en om passende arbeid te verrichten waartoe werkgever haar in staat stelt (art. 7:660a aanhef en onder a en c BW).

Het is niet komen vast te staan dat werkneemster tot 14 november 2018 daarin is tekortgeschoten. Uit het deskundigenoordeel van het UWV blijkt immers (achteraf) dat werkneemster niet in staat was haar eigen werk in de volle omvang te verrichten. Vanaf 14 november heeft werkgever werkneemster echter in staat gesteld werkzaamheden te verrichten conform het deskundigenoordeel. Werkneemster stelt dat omdat de concrete uitwerking van het deskundigenoordeel door de bedrijfsarts in diens beoordelingen ontbrak, maar heeft niet gesteld noch is gebleken dat de van haar verlangde werkzaamheden indruisen tegen het deskundigenoordeel.

Het standpunt van werkneemster dat het arbeidsconflict tussen partijen aan werkhervatting in de weg stond en dat werkgever onvoldoende inspanning heeft verricht om tot normalisering van de arbeidsverhoudingen houdt geen stand. De kantonrechter overweegt dat het er alle schijn van heeft dat werkneemster in augustus 2018 tegenover de bedrijfsarts heeft gemeld dat er sprake zou zijn van een arbeidsconflict. Naar aanleiding van het advies van de bedrijfsarts zijn er diverse pogingen ondernomen om met werkneemster daarover in gesprek te gaan.

Deze pogingen waren tevergeefs omdat werkneemster tegenover werkgever ontkende dat er sprake was van een arbeidsconflict en door tot begin december 2018 verdere gesprekken waartoe zij door werkgever werd uitgenodigd niet aan te gaan. Dit heeft ertoe geleid dat de arbeidsverhouding door de opstelling van werkneemster zodanig verstoord is geraakt, dat een gesprek niets meer opgeleverd heeft, aldus de kantonrechter.

Op grond van voorgaande oordeelt de kantonrechter dat werkneemster het hervatten van haar (aangepaste) werkzaamheden met ingang van 14 november zonder goede grond heeft geweigerd. Werkneemster heeft hierin enkel volhardt, ook toen zij nog een enkele keer nog door werkgever is opgeroepen. De kantonrechter is van oordeel dat werkneemster de verplichtingen vanaf 14 november 2018 niet is nagekomen (artikel 660a lid 1 sub a en c BW) en dat deze tekortkoming in de nakoming van de arbeidsovereenkomst als ernstig verwijtbaar is te kwalificeren en dat op grond hiervan de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden.

Het opzegverbod staat niet in de weg aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst (art.7:670 lid 1 aanhef en onder a BW), omdat het niet van toepassing is (art. 7:670a lid 1 BW). Werkneemster heeft namelijk geweigerd haar verplichtingen na te komen (art. 7:660a BW weigert), ondanks de schriftelijk aanmaning van werkgever tot nakoming van haar verplichtingen of om die reden een aangekondigde loonstaking (art. 7:629 lid 7 BW).

Vanwege het ernstig verwijtbaar handelen door werkneemster zal haar geen transitievergoeding of billijke vergoeding worden toegekend, daar de ontbinding niet het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werkgever.

Rechtbank Noord-Nederland, 22 augustus 2018, ECLI:NL:RBLIM:2019:1212

Bron: Opmaat_Arbeidsrecht, nieuwsbericht 2019/102

Disclaimer

De blogs en publicaties op deze website bevatten informatie van algemene informatieve aard. Afhankelijk van de feitelijke omstandigheden van een specifiek geval kan de informatie op bepaalde gevallen niet, dan wel verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blogs/publicaties is niet bedoeld als, en dient niet te worden beschouwd als, juridisch advies van welke aard dan ook. NOVO Advocatuur en Mediation is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van het eventuele gebruik dat van de informatie wordt gemaakt, zonder dat deskundig juridisch advies is ingewonnen. Juridisch advies is altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in.

Neem contact met ons op

Nieuwsbrief

Wekelijks worden de actualiteiten binnen het arbeidsrecht besproken. De belangrijkste of noemenswaardige uitspraken en artikelen passeren hier de revue.
Uiteraard mag u ook zelf ideeën aandragen. Wellicht ziet u het antwoord daarop hier op de site volgende week terug!
Wilt u niets missen? Meld u zich dan hieronder aan voor de maandelijkse nieuwsbrief!