Waar kunnen wij u mee helpen? How can we help you?
Search
Contact

Werkgever ontslaat opstappende werkneemster op staande voet

Gepubliceerd: 07-jul-2016 08:00

Werkneemster zegt op 28 januari 2016 tegen 1 april de arbeidsovereenkomst op. Op 5 februari stuurt werkgeefster een bevestigingsbrief waarin zij onder andere aanspraak maakt op de studiekosten, waarna werkneemster zich op 6 februari ziek meldt. Op 25 februari vindt bij werkneemster thuis een gesprek plaats met een tweetal medewerkers van werkgeefster (op initiatief van werkgeefster) en wordt onder andere een onregelmatigheid besproken aangaande een verzekeringspakket van werkneemster bij werkgeefster waarover 0,010% provisie wordt betaald in plaats van de gebruikelijke 20%.

Dit is voor werkgeefster aanleiding om werkneemster per brief op 8 maart 2016 (dus voor de door werkneemster zelf genomen ontslagdatum) op staande voet te ontslaan.

 

Werkneemster verzoekt (schade)vergoeding

Werkneemster heeft vervolgens op 4 mei 2016 een verzoekschrift bij de rechtbank Limburg ingediend, waarbij zij onder meer verzoekt om werkgeefster te veroordelen tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, de transitievergoeding, achterstallig loon en een billijke vergoeding wegens het ernstig verwijtbaar handelen van werkgeefster.

 

Ingetrokken ontslag op staande voet

Werkgeefster heeft het ontslag op staande voet echter op 24 mei ingetrokken en stelt dat daarmee het dienstverband op 1 april is geëindigd door de opzegging van werkneemster, zodat zij in ieder geval niet een vergoeding wegens onregelmatige opzegging of de transitievergoeding verschuldigd is. Verder stelt zij dat ze het achterstallige loon al heeft uitbetaald na verrekening van de door werkneemster verschuldigde studiekosten, alsook de toegebrachte schade aan werkgeefster vanwege de gemiste provisie. Zodoende kunnen deze verzoeken volgens werkgeefster niet slagen.

De kantonrechter oordeelt dat het intrekken van het ontslag op staande voet niet gericht was op het herstel van de arbeidsovereenkomst, maar op het ontlopen van een eventuele schadeplichtigheid. 1 april was immers al verstreken en ook het verzoek van werkneemster was al ontvangen bij de rechtbank. Om die reden oordeelt de kantonrechter dat het intrekken van het ontslag op staande voet hier in strijd is met de beginselen van het arbeidsrecht. In het bijzonder de bepalingen die werkneemster beschermen tegen een onterecht gegeven ontslag.

Daarnaast is het gegeven ontslag op staande voet een eenzijdige handeling van werkgeefster, die alleen met instemming van werkneemster kan worden herroepen. Het feit dat werkneemster zich inmiddels (middels het verzoekschrift) heeft gewend tot de kantonrechter geeft aan dat werkneemster zich niet berust in het ontslag op staande voet en er dus geen sprake kan zijn van een instemming met de intrekking van het ontslag op staande voet. De kantonrechter oordeelt dan ook dat de arbeidsovereenkomst door het ontslag op staande voet, is geëindigd op 8 maart 2016.

 

Ontslag op staande voet

Alsdan is aan de orde of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. Daarvoor is onder andere vereist dat werkgeefster onder de gegeven feiten en omstandigheden, een dringende reden had om werkneemster op staande voet te ontslaan.

Dat is volgens de kantonrechter hier niet het geval. Werkneemster was namelijk op het moment van het ontslag op staande voet, niet aan het werk in verband met haar arbeidsongeschikt op dat moment en had aangegeven dat zij voor de resterende periode (tot 1 april) haar resterende verlofdagen wilde opnemen voor zover zij niet arbeidsongeschikt zou zijn. Volgens de kantonrechter is dit niet een omstandigheid dat van werkgeefster niet gevergd kan worden dat zij de arbeidsovereenkomst zou laten voortduren. Daar komt bij dat het gedrag dat werkneemster wordt verweten niet zonder meer als een dringende reden kan worden aangemerkt. Er is immers geen bedrijfsreglement over het al dan niet krijgen of toekennen van een provisiekorting. Ook heeft werkneemster aangegeven dat zij zelf bevoegd was tot deze provisieschuif uit hoofde van haar functie maar betwist zij bovenal dat zij j die provisieschuif  zelf zou hebben aangepast. Tot slot voert werkneemster aan dat het ook gebruikelijk is in de verzekeringsbranche dat werknemers een provisiekorting ontvangen.

Na deze overwegingen oordeelt de kantonrechter dan ook dat het gegeven ontslag op staande voet onterecht en in strijd met de wet is gegeven en dat er dus onregelmatig is opgezegd door werkgeefster.

 

Vergoedingen

De vergoeding voor het onregelmatig opzeggen is om bovenstaande reden dan ook toewijsbaar. Dit geldt eveneens voor de transitievergoeding, nu de werkgever heeft opgezegd en het dienstverband langer dan 24 maanden heeft geduurd. Aangaande het achterstallig loon en de verrekening oordeelt de kantonrechter ten aanzien van de studiekosten dat deze niet verrekend mogen worden. Op grond van de arbeidsovereenkomst, mag dat namelijk alleen als werkneemster heeft opgezegd en nu is het geval dat werkgeefster heeft opgezegd. Ten aanzien van de schade die werkgeefster zou hebben geleid door de provisiekorting van werkneemster, oordeelt de kantonrechter dat werkgeefster haar vordering niet voldoende heeft onderbouwd.

Tot slot wordt het verzoek om de billijke vergoeding van werkneemster wegens het ernstig en verwijtbaar handelen van werkgeefster door haar op staande voet te ontslaan, afgewezen. Alhoewel het ontslag op staande voet volgens de kantonrechter, ernstig aan werkgeefster is aan te rekenen, wordt werkneemster al tegemoet gekomen door toekenning van de vergoeding wegens onregelmatige opzegging. De kantonrechter ziet dan ook geen andere reden om een billijke vergoeding toe te wijzen.

 

NOVO’s tip

In bovenstaande geval heeft werkgeefster zichzelf flink in de vingers gesneden door te overhaast te werk te gaan. In plaats van de opzegtermijn af te wachten en eventueel een goed geformuleerde schadevergoeding van werkneemster te vorderen, heeft zij uiteindelijk fors aan werkneemster moeten betalen, terwijl zij anders geen extra kosten zou hebben gehad. Om die reden is het dan ook verstandig om u snel en kundig te laten informeren. Schroom daarom niet om in dit soort gevallen of andere gevallen van twijfel contact op te nemen met NOVO Advocaten te Brede, specialist in het arbeidsrecht. U kunt mailen naar info@novo-advocaten.nl of bellen naar 076-2056040.

Disclaimer

De blogs en publicaties op deze website bevatten informatie van algemene informatieve aard. Afhankelijk van de feitelijke omstandigheden van een specifiek geval kan de informatie op bepaalde gevallen niet, dan wel verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blogs/publicaties is niet bedoeld als, en dient niet te worden beschouwd als, juridisch advies van welke aard dan ook. NOVO Advocatuur en Mediation is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van het eventuele gebruik dat van de informatie wordt gemaakt, zonder dat deskundig juridisch advies is ingewonnen. Juridisch advies is altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in.

Neem contact met ons op

Nieuwsbrief

Wekelijks worden de actualiteiten binnen het arbeidsrecht besproken. De belangrijkste of noemenswaardige uitspraken en artikelen passeren hier de revue.
Uiteraard mag u ook zelf ideeën aandragen. Wellicht ziet u het antwoord daarop hier op de site volgende week terug!
Wilt u niets missen? Meld u zich dan hieronder aan voor de maandelijkse nieuwsbrief!