Waar kunnen wij u mee helpen? How can we help you?
Search
Contact

De Overbruggingsregeling Transitievergoeding voor kleine ondernemers en de interpretatie van schulden

Gepubliceerd: 18-jul-2016 08:00

 

Werkgever heeft bij het UWV een ontslagaanvraag ingediend op 11 september 2015 om werknemer op grond van bedrijfseconomische redenen te kunnen ontslaan. Tegelijkertijd heeft werkgever een aanvraag bij het UWV ingediend om de tijdelijke Overbruggingsregeling Transitievergoeding voor kleine ondernemers (minder dan 25 werknemers) toe te mogen passen.

 

De ontslagvergunning wordt door het UWV verleend en werkgever zegt de arbeidsovereenkomst op tegen 1 februari 2016. Echter heeft het UWV ook besloten dat werkgever niet in aanmerking komt voor de Overbruggingsregeling Transitievergoeding voor kleine ondernemers, omdat werkgever niet aan een van de drie voorwaarden voldoet om de regeling van toepassing te laten zijn.

 

UWV wijst toepassing Overbruggingsregeling Transitievergoeding voor kleine ondernemers af

Om in aanmerking te komen voor de overbruggingsregeling, dient een kleine ondernemer aan drie voorwaarden te voldoen te weten:

  • Het netto resultaat, over de 3 boekjaren vóór het jaar waarin de ontslagaanvraag is ingediend, is lager dan 0;
  • De waarde van het eigen vermogen was negatief aan het einde van het boekjaar. Het gaat dan om het boekjaar vóór het boekjaar waarin de ontslagaanvraag is ingediend;
  • De waarde van de vlottende activa was lager dan de schulden aan het einde van het boekjaar vóór het boekjaar waarin de ontslagaanvraag is ingediend. Het gaat daarbij om schulden met een resterende looptijd van maximaal 1 jaar.

 

Volgens het UWV voldeed werkgever niet aan deze laatste voorwaarde. Het UWV heeft hierbij gekeken naar de door werkgever opgegeven stukken van 2014.

Ondanks dit besluit heeft werkgever toch slechts een transitievergoeding conform de Overbruggingsregeling Transitievergoeding voor kleine ondernemers uitbetaald (€ 3.256,85).

 

Werknemer stapt naar kantonrechter

Werknemer heeft naar aanleiding hiervan de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam verzocht zijn werkgever te veroordelen tot het betalen van de wettelijke transitievergoeding (€ 42.339.07) in plaats van de reeds betaalde transitievergoeding conform de Overbruggingsregeling.

 

Werkgeversstandpunt

Werkgever vraagt de kantonrechter om voor recht te verklaren dat hij onder de Overbruggingsregeling Transitievergoeding voor kleine ondernemers valt en dat daarmee de reeds betaalde transitievergoeding volstaat.

Werkgever stelt hiertoe allereerst dat, daar de arbeidsovereenkomst eindigde in 2016, de stukken van het boekjaar 2015 waar het UWV naar diende te kijken nog niet bekend waren, nu de aanvraag in 2015 was ingediend (zodoende heeft werkgever de stukken van de voorgaande jaren aan het UWV doen toekomen). Daarnaast heeft het UWV onterecht een schuld als langlopende schuld aangemerkt in het jaar 2014. Die schuld is volgens werkgever een direct opeisbare schuld en zodoende is het eigen vermogen over 2014, maar ook over 2015 negatief. Ongeacht of het UWV dus kijkt naar de stukken van het boekjaar 2014 of 2015; werkgever valt onder de Overbruggingsregeling Transitievergoeding voor kleine ondernemers, aldus werkgever.

 

De kantonrechter

Na een uitgebreide behandeling door de kantonrechter waar de vraag centraal staat of de lening een kortlopende of langlopende schuld is, waarbij ook de deskundigen van zowel werkgever en werknemer zijn gehoord, komt de kantonrechter tot het oordeel dat er in deze onvoldoende is aangetoond  door werkgever waarom de schuld een kortlopende schuld zou zijn.

Het feit dat werkgever zelf de kwalificatie van de schuld in de hand heeft is hierbij ook een van de doorslaggevende redenen waarom de kantonrechter niet overtuigd is dat er in deze sprake is van een kortlopende schuld. Het betreft namelijk een schuld aan een van de directeuren van werkgever, die ook nota bene  in de afgelopen jaren niet werd afgelost.

 

De kantonrechter wijst het verzoek van werknemer dan ook toe en werknemer heeft recht op de wettelijk transitievergoeding.

 

NOVO’s tip

Als het gaat om de onderbouwing van je standpunt is het altijd noodzakelijk dat deze onderbouwing naar objectieve maatstaven acceptabel en dus aanvaard zijn. In deze situatie was dat  niet het geval. Wilt u zeker weten dat uw standpunt en de daarbij behorende argumenten hout snijden? Neem vrijblijvend contact op met NOVO Advocaten te Breda, specialist in het arbeidsrecht. Wij zijn per mail bereikbaar via info@novo-advocaten.nl of telefonisch op telefoonnummer 076-2056040.

Disclaimer

De blogs en publicaties op deze website bevatten informatie van algemene informatieve aard. Afhankelijk van de feitelijke omstandigheden van een specifiek geval kan de informatie op bepaalde gevallen niet, dan wel verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blogs/publicaties is niet bedoeld als, en dient niet te worden beschouwd als, juridisch advies van welke aard dan ook. NOVO Advocatuur en Mediation is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van het eventuele gebruik dat van de informatie wordt gemaakt, zonder dat deskundig juridisch advies is ingewonnen. Juridisch advies is altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in.

Neem contact met ons op

Nieuwsbrief

Wekelijks worden de actualiteiten binnen het arbeidsrecht besproken. De belangrijkste of noemenswaardige uitspraken en artikelen passeren hier de revue.
Uiteraard mag u ook zelf ideeën aandragen. Wellicht ziet u het antwoord daarop hier op de site volgende week terug!
Wilt u niets missen? Meld u zich dan hieronder aan voor de maandelijkse nieuwsbrief!