Waar kunnen wij u mee helpen? How can we help you?
Search
Contact

Verkeerde tenaamstelling en de verrekening van de transitievergoeding met de opleidingskosten

Gepubliceerd: 12-aug-2016 08:00

Onderstaand bericht is geschreven door Aranka de Voogd en gepubliceerd door SDU Opmaat Arbeidsrecht op 12 augustus 2016.

Werkneemster heeft een verzoekschrift ingediend waarbij ze verzoekt de werkgever te veroordelen de transitievergoeding te betalen. De werkgever heeft deze niet voldaan omdat zij van oordeel is niets meer verschuldigd te zijn. Op grond van artikel 4 van het Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding (hierna: het Besluit) kunnen opleidingskosten in mindering worden gebracht op de transitievergoeding.

In haar verzoek heeft werkneemster echter per abuis de moedermaatschappij van haar werkgever Publiq B.V. vermeld als werkgever, in plaats van haar werkgever zelf, Publiq Services B.V. Hierdoor wordt het verzoekschrift dat aanvankelijk op 30 december 2015 is ontvangen door de griffie, doorverwezen en wordt de werkgever na de vervaltermijn van drie maanden pas in rechte betrokken. Werkgever is van mening dat werkneemster niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek, vanwege het verstrijken van deze termijn.

Beoordeling
Niet-ontvankelijk?
De gemachtigde van Publiq B.V. geeft bij de behandeling desgevraagd aan ook op te kunnen treden namens Publiq Services B.V., maar stelt zich wel op het standpunt dat werkneemster niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek, omdat voor zover deze fout gerectificeerd kan worden, de vervaltermijn van drie maanden inmiddels is overschreden (artikel 7:686a lid 4 sub b BW).

De kantonrechter gaat hier niet in mee. Het verzoekschrift is  na het eindigen van de arbeidsovereenkomst tijdig ingediend, waarbij  meespeelt dat met invoering van de Wwz, de verruiming van de toepasselijkheid van de verzoekschriftprocedure in het ontslagrecht vooruitloopt op de deformalisering van het procesrecht. Zodoende dient ook juist in verzoekschriftprocedures de mogelijkheid te bestaan om op eenvoudige wijze omissies te verbeteren, mits de andere partij niet in haar belangen wordt geschaad.

In dit geval verzet niets zich tegen het herstellen van de fout in het verzoekschrift, aldus de kantonrechter. De ‘nieuwe’ verwerende partij dient immers op de hoogte te worden gesteld en in de gelegenheid te worden gesteld op het gewijzigde verzoekschrift te reageren. Daar is in deze aan voldaan.

Daar komt bij dat Publiq Services B.V. niet in haar mogelijkheden om verweer te voeren is geschaad. Publiq Services is immers een dochtermaatschappij van Publiq B.V. De bestuurder was zodoende al sinds de indiening van het verzoekschrift op de hoogte van het verzoek van werkneemster. Ook het feit dat alle werknemers zijn ondergebracht onder de dochtermaatschappij brengt mee dat er geen onduidelijkheid zou hebben bestaan over de vraag tegen welke partij de inhoud van het verzoekschrift zich daadwerkelijk heeft gericht. Zodoende wordt verzoekster ontvankelijk verklaard in haar gewijzigde verzoek en gaat de kantonrechter over tot de inhoudelijke behandeling van het verzoek.

Opleidingskosten in mindering op de transitievergoeding?
De arbeidsovereenkomst tussen werkneemster en werkgever is in 2013 in het kader van een traineeprogramma - Master of Public Information Management - (tweejarige opleiding van werkgever) aangegaan. Werkneemster rouleert hierbij onder begeleiding van werkgever bij verschillende opdrachtgevers en doet daar ervaring op gericht op de ontwikkeling van werkneemster/trainee ter voorbereiding op een dienstverband binnen de overheid. Hierbij werkte werkneemster vier dagen per week en volgde zij één dag in de week de opleiding.

Werkneemster stelt zich op het standpunt dat zij aanspraak maakt op de transitievergoeding. Werkgever is echter van oordeel dat de kosten die voor de opleiding zijn gemaakt te kwalificeren zijn als kosten in de zin van artikel 4 van het Besluit waardoor deze kosten op grond van artikel 7:673 lid 6 BW op de transitievergoeding in mindering kunnen worden gebracht.

De kantonrechter oordeelt dat  niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 4 van het Besluit. Het Besluit vereist namelijk dat de arbeidsovereenkomst is aangegaan om werkneemster in de gelegenheid te stellen om een opleiding te volgen en dat na afronding daarvan of na tussentijdse beëindiging van die opleiding, de arbeidsovereenkomst niet (of met een tussenpoos van meer dan zes maanden) wordt voortgezet.

In casu is de arbeidsovereenkomst na de afronding van de opleiding nog  zes maanden voortgezet (om werkneemster in de gelegenheid te stellen haar opdracht bij de laatste opdrachtgever af te ronden). Dat partijen bij aanvang van het dienstverband niet de intentie hadden om de arbeidsovereenkomst na afronding of beëindiging van de opleiding te laten voortduren doet hier niet aan af.

Bovendien  is de opleiding die werkneemster heeft gevolgd niet te kwalificeren als een opleiding in de zin van artikel 4 lid 2 van het Besluit. Er is namelijk niet gebleken dat de opleiding voldoet aan de daarvoor gestelde eisen.

Tot slot is ook onweersproken gesteld dat deelname aan de opleiding ook voor anderen dan de trainees van Publiq Services B.V. opstaat en dat van deze deelnemers niet wordt verlangd dat zij een arbeidsovereenkomst hebben, een van de andere eisen voor toepassing van het Besluit.

de kantonrechter  dat de opleidingskosten niet in mindering kunnen worden gebracht op de transitievergoeding en werkgever derhalve tot uitbetaling van de transitievergoeding verplicht is. Ook de wettelijke rente wordt toegewezen maar het verzoek om toekenning van buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen omdat werkneemster verzuimd had deze te onderbouwen dat deze ook daadwerkelijk zijn verricht.

Rechtbank Den Haag 26 april 2016 , ECLI:NL:RBDHA:2016:6785

Bron: Opmaat_Arbeidsrecht, nieuwsbericht 2016/442

Disclaimer

De blogs en publicaties op deze website bevatten informatie van algemene informatieve aard. Afhankelijk van de feitelijke omstandigheden van een specifiek geval kan de informatie op bepaalde gevallen niet, dan wel verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blogs/publicaties is niet bedoeld als, en dient niet te worden beschouwd als, juridisch advies van welke aard dan ook. NOVO Advocatuur en Mediation is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van het eventuele gebruik dat van de informatie wordt gemaakt, zonder dat deskundig juridisch advies is ingewonnen. Juridisch advies is altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in.

Neem contact met ons op

Nieuwsbrief

Wekelijks worden de actualiteiten binnen het arbeidsrecht besproken. De belangrijkste of noemenswaardige uitspraken en artikelen passeren hier de revue.
Uiteraard mag u ook zelf ideeën aandragen. Wellicht ziet u het antwoord daarop hier op de site volgende week terug!
Wilt u niets missen? Meld u zich dan hieronder aan voor de maandelijkse nieuwsbrief!