Waar kunnen wij u mee helpen? How can we help you?
Search
Contact

Van voortzetting van de arbeidsovereenkomst is geen sprake waardoor het concurrentiebeding nietig is

Gepubliceerd: 31-okt-2016 08:00

Onderstaand bericht is geschreven door Aranka de Voogd en gepubliceerd door SDU Opmaat Arbeidsrecht op 31 oktober 2016.

Per 1 januari 2015 is een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd dat op of na die datum is aangegaan, in beginsel nietig tenzij gemotiveerd aangegeven wordt wat de noodzakelijkheid van dat beding is in het kader van zwaarwegende bedrijfs- en/ of dienstsbelangen. Artikel 7:653 BW bepaalt dat indien deze motivering ontbreekt het beding nietig is.

In onderhavige zaak zijn werkgever en werknemer het niet eens of er sprake is van een verlenging van de arbeidsovereenkomst per 1 maart 2015, of dat er sprake is van een nieuwe arbeidsovereenkomst per die datum. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een voortzetting, waardoor artikel 7:653 BW niet van toepassing is. Echter oordeelt de kantonrechter voorts dat het concurrentiebeding werknemer onredelijk benadeelt. Het hof daarentegen is van mening dat er wel sprake is van een nieuwe arbeidsovereenkomst per 1 maart 2015 en verklaart het concurrentiebeding nietig, vanwege het ontbreken van een motivering inzake de noodzakelijkheid hiervan.

Feiten
Op 20 augustus 2014 gaan partijen een tweede arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan, ingaande per 1 september 2014 en van rechtswege eindigend op 1 maart 2015. Daarbij nemen zij in de arbeidsovereenkomst op dat indien de arbeidsovereenkomst stilzwijgend wordt verlengd, deze wordt verlengd tot 1 maart 2017, waarna de arbeidsovereenkomst per die datum alsnog van rechtswege zal eindigen. In deze tweede arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen, waarin is bepaald dat werknemer na afloop (van de verlenging) van de arbeidsovereenkomst voor een periode van 3 jaar niet actief mag zijn in de sportschoolbranche in een straal van 20 km rondom de vestiging van werkgever.

Op 1 maart 2015 is de arbeidsovereenkomst stilzwijgend verlengd tot 1 maart 2017. Werknemer heeft vervolgens per 9 september 2015 de arbeidsovereenkomst opgezegd. Werkgever heeft hierop bij brief gereageerd en werknemer gewezen op onder andere het overeengekomen concurrentiebeding van 20 augustus 2014, nu werkgever heeft vernomen dat werknemer zich hier niet aan zou gaan houden. Daarbij heeft werkgever aangegeven dat zij bij een constatering van een overtreding van het concurrentiebeding over zal gaan tot juridische stappen zoals ook in de arbeidsovereenkomst van 20 augustus 2014 is overeengekomen.

Eerste aanleg
Werknemer heeft op 1 december 2015 werkgever gedagvaard en gevorderd het concurrentiebeding volledig dan wel gedeeltelijk te schorsen dan wel werkgever te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding.

Volgens werknemer is primair op 1 maart 2015 een (verlengde) arbeidsovereenkomst tot stand gekomen, waarbij de noodzaak van het aangaan van het concurrentiebeding niet gemotiveerd is, waardoor het concurrentiebeding nietig is. Subsidiair is werknemer van mening dat het concurrentiebeding hem onbillijk benadeelt.

Werkgever heeft nakoming van het concurrentiebeding gevorderd.

De kantonrechter is van oordeel dat per 1 maart 2015 sprake is geweest van een voortzetting van de arbeidsovereenkomst zonder dat partijen over de verlenging in overleg zijn gegaan en dat om die reden geen nieuwe arbeidsovereenkomst is gesloten. Zodoende is van een nieuw aanbod en een aanvaarding naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake. Ten aanzien van het concurrentiebeding heeft de kantonrechter geoordeeld dat het belang van werknemer zwaarder weegt dan het belang van werkgever. Dit is te wijten aan de ruime formulering van het concurrentiebeding, waardoor werknemer onbillijk wordt benadeeld.

Hoger beroep
Werkgever is in hoger beroep gegaan en diens grieven richten zich tegen de belangenafweging door de kantonrechter. Werknemer handhaaft in hoger beroep zijn standpunt dat het concurrentiebeding nietig is, vanwege het ontbreken van een motivering van de noodzaak van het concurrentiebeding (artikel 7:653 BW).

Nieuwe arbeidsovereenkomst?
Het hof is van oordeel dat er op 20 augustus 2014 een nieuwe arbeidsovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd tot 1 maart 2015 en dat de tweede arbeidsovereenkomst op die laatste datum van rechtswege eindigde. Wat er verder in deze bepaling is opgenomen doet daar niet aan af.

Zij oordeelt voorts dat door het uitdrukkelijk overeenkomen dat de arbeidsovereenkomst stilzwijgend wordt verlengd voor een andere duur er niet meer van stilzwijgende verlening kan worden gesproken, maar het aangaan van een nieuwe arbeidsovereenkomst is bedoeld. Immers, bij stilzwijgende voortzetting dient hetgeen in artikel 7:668 lid 1 BW is opgenomen in acht te worden genomen, wat onder andere betekent dat de voortzetting onder dezelfde voorwaarden en voor dezelfde duur, doch voor maximaal een jaar, zal worden aangegaan. In dit geval hebben partijen een afwijkende afspraak gemaakt ten aanzien van de daaropvolgende duur van de overeenkomst, namelijk 2 jaar.

Dat die afspraak vóór 1 januari 2015 is gemaakt, betekent voorts niet dat die (derde) arbeidsovereenkomst dan ook vóór 1 januari 2015 zou zijn aangegaan en de nieuwe regelgeving dus niet van toepassing zou zijn.

Gezien bovenstaande is het hof van oordeel dat op 1 maart 2015 een nieuwe (derde) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot stand is gekomen en dat op deze overeenkomst artikel 7:653 BW, zoals dat per 1 januari 2015 luidt, van toepassing is.

Daar de motivering van de noodzaak van het concurrentiebeding ontbreekt, is het beding nietig, aldus het hof.

Beslissing
Gezien de hiervoor genoemde overwegingen komt het hof niet toe aan de herbeoordeling van de belangenafweging, en kunnen de grieven van werkgever niet leiden tot de vernietiging van het vonnis in eerste aanleg. Het hof bekrachtigt dan ook het bestreden vonnis.

Gerechtshof Amsterdam 27 september 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:3930 (datum publicatie: 7 oktober 2016)

Bron: Opmaat_Arbeidsrecht, nieuwsbericht 2016/604

Disclaimer

De blogs en publicaties op deze website bevatten informatie van algemene informatieve aard. Afhankelijk van de feitelijke omstandigheden van een specifiek geval kan de informatie op bepaalde gevallen niet, dan wel verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blogs/publicaties is niet bedoeld als, en dient niet te worden beschouwd als, juridisch advies van welke aard dan ook. NOVO Advocatuur en Mediation is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van het eventuele gebruik dat van de informatie wordt gemaakt, zonder dat deskundig juridisch advies is ingewonnen. Juridisch advies is altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in.

Neem contact met ons op

Nieuwsbrief

Wekelijks worden de actualiteiten binnen het arbeidsrecht besproken. De belangrijkste of noemenswaardige uitspraken en artikelen passeren hier de revue.
Uiteraard mag u ook zelf ideeën aandragen. Wellicht ziet u het antwoord daarop hier op de site volgende week terug!
Wilt u niets missen? Meld u zich dan hieronder aan voor de maandelijkse nieuwsbrief!