Waar kunnen wij u mee helpen? How can we help you?
Search
Contact

Buitensporige reactie kost werknemer zijn baan

Gepubliceerd: 21-nov-2016 08:00

Onderstaand bericht is geschreven door Aranka de Voogd en gepubliceerd door SDU Opmaat Arbeidsrecht op 21 november 2016.
 

Werknemer blijft zonder toestemming van werkgever overwerken. Naar aanleiding van een aantal gesprekken, escaleert de situatie en er ontstaat een arbeidsconflict. Werknemer wordt op non-actief gesteld. Vanaf het moment dat de gesprekken plaats hebben gevonden tot ongeveer 4 maanden later blijft werknemer zijn kritiek op werkgever uiten en doet hij neerbuigende uitlatingen over zijn collega’s. Mede door het betrekken van collega’s in het conflict dat werknemer met werkgever heeft, komt het hof tot het oordeel dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. Herplaatsing kon naar het oordeel van het hof niet van werkgever gevergd worden aangezien de collega’s al in het conflict waren betrokken.

Feiten
In 2001 is werknemer voor het eerst schriftelijk geattendeerd op het feit dat overwerk beperkt dient te worden en dat dit alleen na goedkeuring van zijn leidinggevende kan plaatsvinden indien het echt noodzakelijk blijkt. Dit is door werkgever vervolgens schriftelijk herhaald in 2001, 2009, 2011 en tijdens de beoordelingen van werknemer in 2012, 2013 en 2014.

Eind 2015 vindt er een gesprek plaats tussen werknemer en werkgever en daarbij ontstaat er een discussie over de uitbetaling van de gewerkte overuren van werknemer. Werkgever heeft tijdens dit gesprek wederom medegedeeld dat werknemer eerst toestemming aan zijn leidinggevende dient te vragen voordat hij gaat overwerken.

In een vervolggesprek is werknemer geconfronteerd met een document van 4 december 2014 (waarvan werknemer stelt dat hij deze niet eerder had ontvangen) waarin staat dat er in het verleden afspraken zijn gemaakt omtrent het maken van overuren.

Begin januari 2016 krijgt werknemer naar aanleiding van zijn verzoek tot overwerken akkoord van zijn leidinggevende. Een dag later stuurt werknemer een mail naar zijn leidinggevende met als onderwerp ‘Dat was geen overwerk sukkel…’

Naar aanleiding hiervan heeft werkgever een afkoelperiode ingesteld, die zij later heeft  omgezet in een op non-actiefstelling. In haar schrijven van 4 januari 2016 geeft werkgever aan dat er op 11 januari 2016 een gesprek zal plaatsvinden om tot een oplossing van het conflict te komen, waarbij eveneens heldere afspraken worden gemaakt omtrent overwerk en het gedrag van werknemer. Ook wordt in deze brief een beoordelingsgesprek aangekondigd.

Naar aanleiding van het gesprek op 11 januari 2016 besluit werkgever evenwel om in plaats van een beoordelingsgesprek een mediation traject te starten, dat uiteindelijk  zonder (positief) resultaat eindigt. Het voorstel van werkgever om een exit-mediation te starten wordt door werknemer niet geaccepteerd.

Werknemer heeft op 15 januari 2016 schriftelijk zijn excuses voor de escalatie en zijn taalgebruik aan werkgever aangeboden. In de periode van 14 december 2015 tot en met 17 maart 2016 blijft werknemer echter ook meerdere e-mailberichten en brieven naar werkgever sturen waarbij hij veel kritiek uit op werkgever, maar ook onbehoorlijk taalgebruik bezigt waarbij hij onder andere zijn leidinggevende voor joker uitmaakt en tegen de HR-manager zegt dat deze ‘zijn bek moet houden’. Een deel van deze correspondentie deelt  werknemer ook met collega’s.

Eerste aanleg (ECLI:NL:RBZWB:2016:5381)
De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden op grond van een verstoorde arbeidsverhouding (artikel 7:671b j° 7:669 lid 1 en lid 3, sub g BW). Daarbij is rekening gehouden met de opzegtermijn en de transitievergoeding is aan werknemer toegekend.

Werknemer stelt in hoger beroep dat er geen sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding en als hier al sprake van zou zijn, werkgever de verhoudingen had moeten normaliseren. Werknemer is hierdoor van mening dat hem geen reële kans is geboden om zijn gedrag te verbeteren en is hem geen herplaatsingsmogelijkheid aangeboden.

Beoordeling hof
Verstoorde arbeidsverhouding
Het hof merkt op dat om te bepalen of er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, er naar het tot 1 juli 2015 geldende Ontslagbesluit moet worden gekeken. Daarbij is het voor een voldragen g-grond niet relevant aan wie de verstoorde verhouding te wijten is.

Werknemer stelt dat de arbeidsverhouding wel voortgezet kan worden. Echter blijkt uit het relaas van werknemer dat dit niet het geval was, daar hij zelf opmerkt dat hij wel ‘een engel’ moet zijn om terug te komen om te werken. Al had werknemer wel de intentie gehad om de arbeidsovereenkomst voort te zetten, laat dit onverlet dat de arbeidsverhouding al dusdanig verstoord was dat van werkgever niet kon worden gevergd dat de arbeidsovereenkomst zou worden voortgezet. Uit de mails die werknemer had gestuurd is namelijk op te maken dat de arbeidsverhouding al niet meer te herstellen was, door onder andere neerbuigende uitlatingen door werknemer over werkgever en enkele collega’s als 'joker' en 'het grootste tuig'.

Het hof oordeelt dat de uitlatingen van werknemer dusdanig buitensporig zijn en dat die de verhoudingen zo onder druk hebben gezet dat van werkgever redelijkerwijs niet meer kon worden verlangd moeite te doen om de verhoudingen te normaliseren. Het hof is het dan ook met de kantonrechter eens dat er sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding.

Herplaatsing
Doordat werknemer collega’s, waaronder zijn leidinggevende en de HR-manager, heeft betrokken in zijn conflict met werkgever en hiermee ondanks verzoeken van werkgever om hiermee te stoppen, is doorgegaan, kan van werkgever ook niet worden verlangd dat nog wordt onderzocht of werknemer kon worden herplaatst in een andere functie.

Billijke vergoeding/muizengaatje
Werknemer verzoekt een billijke vergoeding van € 79.001,07 ex art. 7:683 BW en/of een billijke vergoeding van  € 53.419,22 bruto ex art. 7:671b lid 8 aanhef en onder c BW.

Aangezien uit voorgaande blijkt dat van herstel of onterechte ontbinding van de arbeidsovereenkomst geen sprake is, wordt het verzoek tot toekenning van een billijke vergoeding van werknemer ad € 79.001,07 afgewezen.

Ten aanzien van het verzoek tot toekenning van een billijke vergoeding ad € 53.419,22 oordeelt het hof dat in deze geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen vanuit de zijde van werkgever. Zodoende wordt ook dat verzoek door het hof afgewezen. Het hof neemt daarbij onder andere in overweging dat het verbod tot overwerken niet als een verrassing voor werknemer mocht komen en dat zijn reactie hierop buitenproportioneel was en niet enkel in een opwelling of gedurende en korte tijdspanne heeft plaatsgevonden.

Het hof bekrachtigt de bestreden beschikking.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 10 november 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:5002

Bron: Opmaat_Arbeidsrecht, nieuwsbericht 2016/652

Disclaimer

De blogs en publicaties op deze website bevatten informatie van algemene informatieve aard. Afhankelijk van de feitelijke omstandigheden van een specifiek geval kan de informatie op bepaalde gevallen niet, dan wel verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blogs/publicaties is niet bedoeld als, en dient niet te worden beschouwd als, juridisch advies van welke aard dan ook. NOVO Advocatuur en Mediation is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van het eventuele gebruik dat van de informatie wordt gemaakt, zonder dat deskundig juridisch advies is ingewonnen. Juridisch advies is altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in.

Neem contact met ons op

Nieuwsbrief

Wekelijks worden de actualiteiten binnen het arbeidsrecht besproken. De belangrijkste of noemenswaardige uitspraken en artikelen passeren hier de revue.
Uiteraard mag u ook zelf ideeën aandragen. Wellicht ziet u het antwoord daarop hier op de site volgende week terug!
Wilt u niets missen? Meld u zich dan hieronder aan voor de maandelijkse nieuwsbrief!