Waar kunnen wij u mee helpen? How can we help you?
Search
Contact
Werkgever heeft niet voldaan aan de informatieplicht uit hoofde van het sociaal plan

Werkgever heeft niet voldaan aan de informatieplicht uit hoofde van het sociaal plan

Gepubliceerd: 04-jul-2017 08:00

Onderstaand bericht is geschreven door Aranka de Voogd en gepubliceerd door SDU Opmaat Arbeidsrecht op 4 juli 2017.

Het hof is van oordeel dat de werkgever in strijd met het sociaal plan heeft gehandeld door niet aan de informatieplicht te voldoen met betrekking tot de mobiliteitsregeling. Door de werkneemster hier niet tijdig van op de hoogte te brengen, heeft de werkgever gehandeld in strijd met goed werkgeverschap. Werkgever wordt zodoende veroordeelt tot het betalen van de mobiliteitspremie, uitgaande van het moment dat de werkneemster realistisch gezien akkoord zou zijn gegaan met de vaststellingsovereenkomst.

Feiten
De werkneemster is in 2001 in dienst getreden bij de werkgever en op 15 oktober 2012 arbeidsongeschikt geraakt voor haar functie. Sindsdien heeft zij geen werkzaamheden meer verricht voor de werkgever.
De werkgever is gaan reorganiseren en conform het sociaal dient met de boventallige werknemers een gesprek te worden gevoerd om hun maximaal te faciliteren en te informeren over hun mogelijkheden, opdat zij tot een voor hen passende keuze kunnen komen.

Medio januari 2015 heeft de werkgever getracht een mobiliteitsgesprek met de werkneemster te voeren. Hiertoe heeft zij tot vijfmaal toe getracht de werkneemster telefonisch voor een gesprek uit te nodigen en is haar leidinggevende éénmaal tevergeefs voor een huisbezoek langsgegaan. Uiteindelijk heeft de werkgever middels een schrijven van 30 januari 2015 de werkneemster laten weten dat zij per 1 februari 2015 boventallig is verklaard en wordt in het schrijven verwezen naar de tijdens het gesprek uitgereikte informatiemap, waarin haar keuzes zijn te lezen. Voor eventuele vragen kan de werkneemster bij haar leidinggevende terecht.

Op 19 maart 2015 informeert het UWV dat de werkgever alsnog aan de re-integratieverplichting heeft voldaan en dat zodoende de eerder opgelegde loonsanctie wordt verkort en is vervallen op 16 februari 2015.

Op verzoek van de werkneemster stuurt de werkgever op 20 mei 2015 haar een kopie van het sociaal plan toe. Hierin is een mobiliteitspremie opgenomen die kort weergeven aangeeft dat indien de werkneemster binnen een maand na vaststelling van de boventalligheid een vaststellingsovereenkomst overeenkomt, zij een bedrag gelijk aan 6 maanden brutosalaris zal ontvangen. Indien zij dit binnen twee maanden doet, ontvangt zij een bedrag gelijk aan 5 maanden brutosalaris en indien zij dit binnen drie maanden doet, ontvangt zij een bedrag gelijk aan 4 maanden brutosalaris.

Naar aanleiding van de vraag van de werkneemster of zij in aanmerking komt voor de mobiliteitspremie, antwoord de werkgever dat dit niet het geval is. Het UWV verleent op 26 mei 2015 een ontslagvergunning aan de werkgever in verband met een reorganisatie.

Vordering
De werkneemster vordert onder andere dat de werkgever wordt veroordeeld tot betaling van de maximale mobiliteitspremie.

Kantonrechter
De kantonrechter heeft de vorderingen van de werkneemster afgewezen. Volgens de kantonrechter was de werkneemster namelijk tijdig op de hoogte van het sociaal plan, had het op haar weg gelegen om te vragen om toepassing van de mobiliteitsregeling en vloeit het niet uit goed werkgeverschap voort dat de werkgever haar expliciet zou moeten wijzen op de mogelijkheid van het sluiten van een vaststellingsovereenkomst.

Hoger beroep
De werkneemster stelt zich op het standpunt dat zij eerst op 20 mei 2015 kennis heeft genomen van de inhoud van het sociaal plan, nadat zij hier zelf om had gevraagd. Volgens haar lag de verplichting om haar eerder op de hoogte te stellen van haar rechten en plichten bij de werkgever, conform de inhoud van het sociaal plan. Zou de werkgever zich aan haar informatieplicht gehouden hebben, conform het sociaal plan, dan had de werkneemster eerder de keuze kunnen maken of zij aan de mobiliteitspremie zou willen deelnemen.

Beoordeling hof
Het hof acht voor de beoordeling of werkgever voldaan heeft aan de informatieplicht van belang dat het sociaal plan als eerste uitgangspunt heeft dat voor iedere werknemer zoveel als mogelijk op basis van maatwerk een oplossing wordt gevonden conform de inhoud van het sociaal plan, waarvoor de werkgever zich dient in te spannen en de werkneemster verantwoordelijk voor is. De werkgever diende de werkneemster zowel schriftelijk als mondeling te informeren over haar boventalligheid en er diende naar aanleiding hiervan een mobiliteitsgesprek plaats te vinden met als doel de voorkeur van de werkneemster in kaart te brengen, waarbij de werkgever de werkneemster maximaal diende te informeren en te faciliteren zodat zij een passende keuze zou kunnen maken. Tot slot bepaalt het sociaal plan dat de werkgever ernaar streeft tot een vrijwillige beëindiging van het dienstverband te komen.

Het hof oordeelt dat de werkgever in strijd met het sociaal plan heeft gehandeld. Het had op de weg van de werkgever gelegen om na de mislukte contactpogingen met de werkneemster, haar schriftelijk voor een mobiliteitsgesprek uit te nodigen. De brief van 30 januari 2015 van de werkgever getuigt daarnaast ook niet van het vereiste maatwerk en de inhoud daarvan was niet correct, aangezien er geen gesprek had plaatsgevonden en de werkneemster geen informatiemap heeft ontvangen. Dat alle informatie op het intranet stond is volgens het hof onvoldoende om aan te nemen dat de werkneemster met de nodige informatie bekend was, gezien het feit dat zij vanaf 15 oktober 2012 niet meer werkzaam was.  Het hof oordeelt dan ook dat de werkgever in strijd met goed werkgeverschap heeft gehandeld.

Het hof veroordeelt de werkgever tot betaling van de mobiliteitspremie. Gezien het feit dat het pas op 19 maart 2015 bekend was dat de loonsanctie was geëindigd per 16 februari 2015 en de werkneemster vanaf dat moment ook aanspraak zou maken op een WW-uitkering, acht het hof het aannemelijk dat zij pas per die datum akkoord zou zijn gaan met een vaststellingsovereenkomst. Zodoende veroordeelt het hof de werkgever tot betaling van ene mobiliteitsregeling van vijf een bedrag ter hoogte van vijf maanden brutosalaris.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 20 juni 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:2775

Bron: Opmaat_Arbeidsrecht, nieuwsbericht 2017/0355

Disclaimer

De blogs en publicaties op deze website bevatten informatie van algemene informatieve aard. Afhankelijk van de feitelijke omstandigheden van een specifiek geval kan de informatie op bepaalde gevallen niet, dan wel verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blogs/publicaties is niet bedoeld als, en dient niet te worden beschouwd als, juridisch advies van welke aard dan ook. NOVO Advocatuur en Mediation is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van het eventuele gebruik dat van de informatie wordt gemaakt, zonder dat deskundig juridisch advies is ingewonnen. Juridisch advies is altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in.

Neem contact met ons op

Nieuwsbrief

Wekelijks worden de actualiteiten binnen het arbeidsrecht besproken. De belangrijkste of noemenswaardige uitspraken en artikelen passeren hier de revue.
Uiteraard mag u ook zelf ideeën aandragen. Wellicht ziet u het antwoord daarop hier op de site volgende week terug!
Wilt u niets missen? Meld u zich dan hieronder aan voor de maandelijkse nieuwsbrief!