Waar kunnen wij u mee helpen? How can we help you?
Search
Contact
Ontslag op staande voet wordt door het hof in stand gehouden, zij het op andere gronden

Ontslag op staande voet wordt door het hof in stand gehouden, zij het op andere gronden

Gepubliceerd: 10-okt-2017 08:00

Onderstaand bericht is geschreven door Aranka de Voogd en gepubliceerd door SDU Opmaat Arbeidsrecht op 10 oktober 2017.

Het hof oordeelt dat de kantonrechter inderdaad een onterechte samenvatting heeft gegeven van de grond voor het ontslag. Ondanks dit komt het hof - weliswaar op andere gronden - tot dezelfde conclusie als de kantonrechter dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven.

Feiten

De werknemer is per 1 augustus 2016 voor bepaalde tijd in dienst getreden als docent. Op 1 september 2016 - de eerste dag waarop de werknemer les zou gaan geven - meldt hij zich per mail om 5.13 uur ziek. Op 7 september stuurt de werknemer een mail om 5.33 uur om aan te geven dat hij nog wel een paar dagen ziek zal zijn.

De werkgever stuurt op 14 september een aangetekende brief naar de werknemer waarin geattendeerd wordt op de procedure van ziekmelden, de verplichtingen van de werknemer in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter en het feit dat hij niet bereikbaar is voor de werkgever. Het wordt gesommeerd om voor 16 september persoonlijk met zijn leidinggevende in contact te treden opdat er tot een plan van aanpak kan worden gekomen. De werknemer wordt tevens gewaarschuwd: indien hij niet meewerkt, kan de loondoorbetaling worden opgeschort of beëindigde of zal er over worden gegaan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De werknemer heeft deze brief niet opgehaald, maar is op 16 september wel bij de bedrijfsarts geweest. Deze adviseert dat de werknemer per 19 september weer voor 50% arbeidsgeschikt zal zijn en per 3 oktober weer volledig arbeidsgeschikt zal zijn voor eigen werk.

Bij email van 19 september wordt de werknemer door de werkgever uitgenodigd voor een afspraak op 21 september om het plan van aanpak op te stellen. De werknemer heeft hierop niet gereageerd, maar stuurt op 21 september een mail om 4.45 uur dat zijn klachten nog even aanhouden.
Per 16 september staakt de werkgever het loon.

Op 28 september om 3.10 uur mailt de werknemer dat hij nog niet hersteld is. De dag hierna stuur de werkgever een derde aangetekende brief naar de werknemer, waarin hij (nogmaals) gesommeerd wordt om op 3 oktober op locatie te verschijnen, om gehoor te geven aan zijn re-integratieverplichtingen en indien hij dit niet doet er ontslag op staande voet zal volgen.

De werknemer verschijnt echter niet wordt op staande voet ontslagen. In de brief wordt verwezen naar de waarschuwing van 29 september en wordt als reden aangegeven dat hij niet is verschenen zonder opgaaf van redenen.

Kantonrechter

De kantonrechter heeft het verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet afgewezen.

De werknemer stelt in hoger beroep dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat de werkgever zich op het standpunt mocht stellen dat hij niet meewerkte aan re-integratie en dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig zou zijn. De kantonrechter heeft immers overwogen dat aan het door de werkgever gegeven ontslag op staande voet ten grondslag lag dat de werknemer niet meewerkte aan zijn re-integratie, zich niet hield aan de procedure voor zieke werknemers en dat hij zijn verplichtingen uit de Wet verbetering poortwachter niet is nagekomen.

Beoordeling hof

Het hof oordeelt dat die samenvatting inderdaad niet correct is. De werkgever heeft in de eerdere correspondentie de werknemer namelijk wel hierop gewezen, maar de reden voor het ontslag is echter dat de werknemer (vervolgens) zonder opgave van redenen niet op de aangegeven tijd en plaats is verschenen op 3 oktober, hoewel hij daartoe wel is gesommeerd in de brief van 29 september, waarbij hem ook is medegedeeld dat ontslag op staande voet zou volgen als hij niet zou verschijnen.

Alhoewel deze grief zich juist richt tegen de door de kantonrechter gegeven samenvatting van de grond voor het ontslag op staande voet, faalt deze grief alsnog voor zover deze zich richt tegen de door de werkgever opgegeven grond voor dit ontslag.

Op grond van artikel 7:678 lid 1 BW jº artikel 7:677 lid 1 BW rechtvaardigt de niet-verschijning van de werknemer op de dag waarop hij volgens de prognose van de bedrijfsarts weer geheel arbeidsgeschikt werd geacht het ontslag op staande voet. Hij heeft zich immers niet op nieuw ziekgemeld nadat hij is gewezen op de gevolgen van het niet-verschijnen op die afspraak. Deze verplichting is de werknemer ook opgelegd nadat hij meerdere malen het persoonlijk contact met zijn leidinggevende heeft ontweken en zichzelf daarmee buiten staat heeft gesteld op de inhoud van de brieven van de werkgever te reageren. Uit het feit dat de werknemer wel in staat was om naar de bedrijfsarts te gaan, blijkt dat hij niet absoluut verhinderd was om te praten en zijn woning te verlaten.

Het hof overweegt nog ten overvloede dat de enkele schending van een controleverplichting in het kader van re-integratie een loonsanctie tot gevolg zou moeten hebben. In dit geval heeft de werknemer zich echter ook stelselmatig onbereikbaar gehouden voor persoonlijk contact met zijn leidinggevende. Hierdoor werd het voor de werkgever onmogelijk gemaakt om aan haar zorgplichten in het kader van artikel 7:658a BW te voldoen. De niet-naleving van de re-integratievoorschriften in combinatie met de overige feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien kan volgens het hof de dringende reden in de zin van artikel 7:677 lid 1 BW voldragen. Het hof verwijst hierbij naar de conclusie van de a-g bij JAR 2005/50).

Dat het ontslag op staande voet een te zware sanctie zou zijn is volgens het hof niet gebleken uit alle feiten en omstandigheden van het geval in onderling verband bezien. De werknemer heeft een uiterst kort dienstverband, waarbij hij zich vanaf de eerste lesdag onbereikbaar heeft gehouden voor zijn werkgever. Daarnaast blijkt niet uit de stukken dat er persoonlijke omstandigheden zijn die in de weg zouden kunnen staan aan een ontslag op staande voet.

Het hof verwerpt het hoger beroep van de werknemer.

 

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 28 september 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:7776

Bron: Opmaat_Arbeidsrecht, nieuwsbericht 2017/517

Disclaimer

De blogs en publicaties op deze website bevatten informatie van algemene informatieve aard. Afhankelijk van de feitelijke omstandigheden van een specifiek geval kan de informatie op bepaalde gevallen niet, dan wel verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blogs/publicaties is niet bedoeld als, en dient niet te worden beschouwd als, juridisch advies van welke aard dan ook. NOVO Advocatuur en Mediation is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van het eventuele gebruik dat van de informatie wordt gemaakt, zonder dat deskundig juridisch advies is ingewonnen. Juridisch advies is altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in.

Neem contact met ons op

Nieuwsbrief

Wekelijks worden de actualiteiten binnen het arbeidsrecht besproken. De belangrijkste of noemenswaardige uitspraken en artikelen passeren hier de revue.
Uiteraard mag u ook zelf ideeën aandragen. Wellicht ziet u het antwoord daarop hier op de site volgende week terug!
Wilt u niets missen? Meld u zich dan hieronder aan voor de maandelijkse nieuwsbrief!