Uitzendbureau mag werknemer ontslaan bij ziekte?

Uitzendbureau mag werknemer ontslaan bij ziekte?

Vorige week mocht de Hoge Raad zich uitlaten over een principiële kwestie die dagdagelijks binnen de uitzendbranche wordt gebruikt: mag je een werknemer ontslaan vanwege ziekte? Nee zeggen de opzegverboden, of ligt dat anders in de uitzendbranche? In dit artikel bespreken we de cao-bepaling hierover waarin is bepaald dat een zieke uitzendkracht mag worden ontslagen. 

CAO-bepaling

De situatie is als volgt. Werknemer is sinds 12 mei 2014 als uitzendkracht in dienst bij Solutions in de functie van productiemedewerkster. Op 24 maart 2016 heeft hij bij een arbeidsongeval twee vingers verloren. Op de uitzendovereenkomst is de NBBU-cao van toepassing verklaard waarin de volgende bepaling is opgenomen:

“De uitzendovereenkomst komt ten einde doordat de inlener om welke reden dan ook de uitzendkracht niet langer wil of kan inlenen en voorts doordat de uitzendkracht om welke reden dan ook, daaronder begrepen arbeidsongeschiktheid, de bedongen arbeid niet langer wil of kan verrichten, alsmede door de vervulling van enige voorwaarde in de uitzendovereenkomst. In geval van ziekte of ongeval van de uitzendkracht wordt de terbeschikkingstelling in Fase 1 en 2 direct na de melding als bedoeld in artikel 25 lid 2 geacht met onmiddellijke ingang te zijn beëindigd op verzoek van de inlener.”

Hoge Raad

Het uitzendbureau heeft de uitzendovereenkomst met werknemer beëindigd. Werknemer heeft met de rechtszaken bij de rechtbank en het hof de beëindiging van de uitzendovereenkomst geprobeerd te vernietigen. Bij de rechtbank is het uitzendbureau in het gelijk gesteld, bij het hof is werknemer evenwel de gelukkige. Het uitzendbureau gaat daarop in cassatie.

De Hoge Raad oordeelde vrijdag jl. als volgt. In de regel geldt er een opzegverbod bij ziekte. Dit is, om werknemers te beschermen, het uitgangspunt in de het arbeidsrecht. De beëindiging van rechtswege bij ziekte, zoals geldt in de ABBU-cao, moet niet worden gelezen als een opzegging in strijd met het geldende opzegverbod. De Hoge Raad oordeelt namelijk: “Voorts is bij beëindiging van een uitzendovereenkomst op grond van een uitzendbeding als bedoeld in art. 7:691 lid 2 BW geen sprake van opzegging van de uitzendovereenkomst, maar van een beëindiging van rechtswege, doordat de terbeschikkingstelling van de werknemer aan een derde op verzoek van die derde eindigt. Daarop is het opzegverbod tijdens ziekte niet van toepassing.”

De Hoge Raad maakt duidelijk dat een uitzendovereenkomst niet kan worden beëindigd vanwege de ziekte van de werknemer, maar indien de inlener expliciet een verzoek doet tot beëindiging van de klus of arbeid (al dan niet vanwege ziekte.

NOVO’s tip

Hoewel de bepaling in de cao al enige tijd geldt, blijft het binnen het arbeidsrecht natuurlijk een beetje een vreemde eend in de bijt… Het opzegverbod in het reguliere arbeidsrecht kent zijn kracht, waarom dan voor de uitzendkracht een uitzondering? Het klinkt wat gekunsteld en reken je vooral niet meteen rijk, maar blijf alert en scherp op de (on)mogelijkheden als je hier gebruik van wenst te maken. Wil je meer weten over uitzendbedingen en cao? Neem dan contact op met NOVO Advocatuur en Mediation te Breda, Specialist in Arbeidsrecht via  info@novo-advocatuur.nl of 076-2056040.