En weer de klachtplicht….

We schreven er al eerder over, maar de klachtplicht is niet meer weg te denken uit het arbeidsrecht. De kantonrechter te Maastricht mocht zich uitlaten over de vraag of 2 jaar wachten met klagen nog binnen de “redelijke termijn” van het klachtrecht valt..

Klachtplicht

Het klachtrecht. Het is geregeld in het algemene deel van het Burgerlijk Wetboek, artikel 6:89 BW, en de tekst luidt best simpel:

“De schuldeiser kan op een gebrek in de prestatie geen beroep meer doen, indien hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijze had moeten ontdekken, bij de schuldenaar terzake heeft geprotesteerd.”

Op 20 september 2024 heeft de Hoge Raad in twee uitspraken (uitspraak 1 en uitspraak 2) dit artikel ook binnen het Nederlandse Arbeidsrecht van toepassing verklaard. De klachtplicht houdt in dat een schuldeiser binnen “bekwame tijd” moet klagen over een gebrek in de prestatie van een schuldenaar om zijn vorderingsrecht te behouden en met de uitspraken van de Hoge raad betekent dat dus ook dat een werknemer op tijd kenbaar moet maken als hij van mening is dat er iets niet klopt in - bijvoorbeeld - loon.

Dienstverband

Zo speelde in dit geval een werknemer die op 1 september 2016 als oproepkracht bij werkgever in dienst is getreden en per 01 november in vaste dienst voor 40 uur per week onder toepassing verklaring van de CAO Open Teelten. Sinds 2020 is de rechtsvorm van werkgever veranderd en ook de toepasselijke cao, naar de cao Landbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen, later overgegaan in de CAO Groen grond en Infrastructuur. Bij schrijven van de gemachtigde van werknemer op 18 augustus 2022 wordt kenbaar gemaakt dat werknemer van oordeel is dat het onjuiste loon is uitgekeerd. Per 5 september 2022 wordt de arbeidsovereenkomst beëindigd via een vaststellingsovereenkomst

Loonvordering

Werknemer vordert thans achterstallig loon uit hoofde van toepassing van de onjuiste cao alsook overwerk en ORT.

Terzake de onjuiste betaling van de cao-lonen is de kantonrechter snel duidelijk: de verweren van werkgever kunnen niet slagen en werkgever is alsnog, met terugwerkende, het juiste loon verschuldigd.

Terzake het overwerk en ORT oordeelt de kantonrechter dat werknemer niet heeft voldaan aan de klachtplicht volgend uit artikel 6:89 BW. De gewerkte uren die zijn verloond heeft werkgever steeds op de loonspecificaties vermeld en voor werknemer was het eenvoudig na te gaan of die uren overeenkwamen met de door hem opgegeven uren. Dat werknemer niet eerder dan nu, ruim 2,5 jaar later, met deze vordering komt, kan niet binnen “bekwame tijd” als bedoeld in het klachtrecht worden beschouwd: deze vorderingen worden dan ook afgewezen.

NOVO’s tip

Eens te meer blijkt uit deze uitspraak dat je als werknemer een groot risico loopt als je achterover leunt bij eventuele vorderingen; steeds vaker zie je dat de rechter naar het klachtrecht grijpt en toetst aan de “bekwame tijd”. Hoewel de jurisprudentie nog niet echt een eenduidige lijn aanhoudt wanneer hier nu wel, of juist niet (meer) sprake van is, is het wel van belang dat zowel werkgever als werknemer zich goed bewust zijn van de plicht te klagen ingeval er iets niet juist gaat met de loonvorderingen. Wil je hier meer over weten, neem dan contact op met NOVO Advocatuur en Mediation te Breda. Specialist in Arbeidsrecht. U kunt ons bereiken via de mail op info@novo-advocatuur.nl en telefonisch op 076-2056040.

 

 

.