“Het versturen van een bloemetje doet hier niet aan af.”

Bij de rechtbank Overijssel had de werknemer (10 jaar dienstverband) na een langdurig traject bij de werkgever verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Daarbij verzocht hij een transitievergoeding alsook een billijke vergoeding toe te kennen. Werknemer was namelijk van mening dat zijn werkgever in dit geval ernstig verwijtbaar had gehandeld.

Werkgever heeft zich niet verzet tegen het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Wel was de werkgever de mening toegedaan dat juist werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en zodoende geen recht heeft op een transitievergoeding noch op een billijke vergoeding.

 

De vastgestelde feiten

Op zijn 2^de werkdag na zijn vakantie werd werknemer uit het niets aangesproken op zijn functioneren van de afgelopen 2 jaar. Dit gesprek werd gevoerd met een collega en een externe adviseur van werkgever.

Voor werknemer kwam dit heel onverwachts, zeker omdat hij het afgelopen jaar helemaal niets hierover had gehoord. Hij werd vervolgens vrijgesteld van werk om te overwegen met welke van de twee voorstellen van werkgever hij akkoord zou gaan: Of beëindiging van het dienstverband of het starten van een cursus en ontvangen van begeleiding van werkgever.

Nadat werkgever had aangedrongen op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft werknemer aangegeven niet akkoord te gaan met het beëindigingsvoorstel van werkgever en heeft hij zich beschikbaar gehouden voor zijn werkzaamheden.

Hierna begint de ellende, zo lijkt. Nog diezelfde dag dat werknemer niet akkoord gaat met het beëindigingsvoorstel wordt hij opgeroepen om zijn werkzaamheden te hervatten. Binnen 50 minuten, nadat dit bericht per mail aan werknemer is gestuurd, staat werknemer netjes op de werkvloer. Echter kan hij niet direct aan de slag, maar moet hij meteen  bij de directeur komen  voor een gesprek, waarna hij – nadat hij zijn werktelefoon moest inleveren – weer naar huis is gegaan (of gestuurd?).

Uiteraard heeft de werknemer het hier niet bij laten zitten en heeft hij zijn gemachtigde  nog diezelfde dag een mail laten sturen naar werkgever waarbij de inhoud en toon van het gesprek werden aangekaart. De volgende dagen werd werknemer echter op dezelfde wijze door werkgever opgeroepen en ook op soortgelijk wijze eindigden die dagen. Uiteindelijk werd het werknemer te veel en heeft hij zich ziek gemeld.

Ondanks de erkenning van de bedrijfsarts, bleef de werkgever echter een op z’n zachtst gezegd vervelende houding aannemen.

Zo verzocht werknemer om met mediation te starten. Werkgever heeft dit geweigerd, totdat de bedrijfsarts expliciet had aangegeven dat mediation nodig was. Na 2 afspraken en zonder een bevredigende uitkomst heeft werkgever de mediation gestaakt. Daarnaast werd het salaris van werknemer niet uitgekeerd op de gebruikelijke datum. Nadat de gemachtigde van werknemer de werkgever had aangeschreven is het geld uiteindelijk overgemaakt, met de mededeling dat het salaris van de volgende maand niet uitgekeerd zou worden als werknemer zijn werkzaamheden niet zou hervatten. En dat gebeurde ook. Werknemer ontving wel zijn loonstrook maar er diende eerst een tweetal mailwisselingen plaats te vinden alvorens werkgever een gedeelte van dat salaris overmaakte.

De werknemer heeft de gehele situatie uiteindelijk als zodanig belemmerend ervaren, dat hij om ontbinding heeft verzocht. Al met al is dit op z’n zachtst gezegd een vervelende situatie. Waarom de werkgever zich op deze wijze heeft gedragen is uit de uitspraak niet op te maken, maar het feit dat zij zich zo had gedragen en zich ook nog door een extern bureau liet bijstaan werd de werkgever door de kantonrechter alles behalve in dank afgenomen.

 

Dat de kantonrechter dan ook is overgegaan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, mag geen verassing zijn.

Ernstig verwijtbaar handelen van werkgever?

Of hij ernstig verwijtbaar handelen bij werkgever of werknemer constateert is de volgende vraag. Uiteraard met een bovenstaande weergave van de vastgestelde feiten, is er niet veel fantasie nodig om te bedenken dat de kantonrechter niet echt te spreken was over de handelswijze van werkgever.

Met andere woorden; werkgever heeft ernstig verwijtbaar gehandeld.

De kantonrechter gaf tot slot ook nog te kennen dat het versturen van een bloemetje aan bovenstaande niets afdoet.

De werkgever heeft ernstig verwijtbaar gehandeld en zal om die reden de transitievergoeding en daarnaast ook een billijke vergoeding van € 20.000 moeten betalen.

 

Het mag voor zich spreken dat bovenstaande handelswijze van werkgever niet hoort, maar toch is dit gebeurd. Bent u werkgever en weet u niet of u de situatie goed aanpakt? Bel NOVO Advocaten, specialisten Arbeidsrecht op 076-2056040 of mail ons op info@novo-advocaten.nl. Op die manier kunnen we even sparren en wellicht een concreet plan van aanpak uitzetten.

NOVO Advocaten is gevestigd in Breda en specialist in het arbeidsrecht.