Onfatsoenlijke werkgevers: slapende dienstverbanden

Minister Asscher

Minister Asscher heeft vorig jaar zijn visie gegeven over slapende dienstverbanden. Als een dienstverband slapend wordt gehouden om als werkgever geen transitievergoeding te hoeven betalen, dan is dat in beginsel te kwalificeren als onfatsoenlijk. Daarbij gaf hij echter wel aan dat er meerdere redenen kunnen zijn om een dienstverband “slapend” te houden, waaronder ook redenen die niet als onfatsoenlijk kunnen worden bestempeld.

 

Wel onfatsoenlijk maar niet (ernstig) verwijtbaar
In december 2015 werd de visie van Asscher verder bevestigd in een uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland. Deze gaf aan dat het slapend houden van een dienstverband weliswaar onfatsoenlijk is, maar dat dat niet zonder meer (ernstig) verwijtbaar handelen van de werkgever inhoudt.

 

Wederom een slapend dienstverband

Afgelopen week was er wederom een uitspraak dit maal bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant omtrent een slapend dienstverband. Dit was het verhaal:

Na 2 jaar ziekte verzoekt werkneemster de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Werkneemster heeft een enorme inzet voor werkgever getoond en dit heeft haar uiteindelijk de das omgedaan. Alle tijd en energie die ze er in heeft gestoken, is haar te veel geworden en zodoende heeft ze zich medio 2013 ziek gemeld. De communicatie tussen werkgever en werkneemster verliep nadien moeizaam en uiteindelijk besloot de bedrijfsarts dat re-integratie spoor 1  geen optie meer was  en re-integratie 2^e spoor  ingezet diende te worden. Uiteindelijk bleek ook dat geen succes,  

Naar aanleiding hiervan heeft werkneemster een deskundigenoordeel aangevraagd waaruit bleek dat werkgever onvoldoende meewerkte aan de re-integratie van werkneemster. Werkneemster is van mening dat het uiteindelijk niet opleggen van de loonsanctie door het UWV komt doordat werkgever UWV om de tuin heeft geleid.

Ze stelt dat werkgever het dienstverband slapend houdt en dat zij om die reden niet alleen de transitievergoeding, maar ook een billijke vergoeding toegekend dient te krijgen.

Werkgever is van mening dat het niet goed opstarten van het 2^de spoor  door een fout komt van het (door werkgever) extern ingeschakelde bureau.  Indien werkneemster het niet eens was met het niet opleggen van een loonsanctie door het UWV, dan had ze de mogelijkheid gehad om daar acties tegen te ondernemen , hetgeen werkneemster heeft nagelaten.

Daarnaast stelt  werkgever dat zelfs in het geval er wel een loonsanctie zou zijn opgelegd, er nog niet gesproken kan worden van dusdanig ernstig verwijtbaar handelen van werkgever dat er sprake zou moeten zijn van toekenning van een transitievergoeding en een billijke vergoeding. Tot slot refereert  werkgever aan de uitspraak van Asscher en de uitspraak van de kantonrechter van december 2015.

 

Uitspraak

Wat niet als een verassing zal komen is dat de kantonrechter zich niet kon vinden in de stelling van  werkneemster. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden, maar zonder toekenning van enige vergoeding, een en ander in de lijn met de eerdere uitspraak en de intentie van de wetgever.

 

Let op!

Het slapend houden van een dienstverband brengt uiteraard ook enige risico’s met zich mee. Denk hierbij aan het herstellen van de werknemer. In dat geval heeft de werknemer weer recht op werk en daarmee loon. Is dat wat u als werkgever voor ogen had, dan is er natuurlijk niets aan de hand, maar het is goed dit wel mee te nemen in de afwegingen. Wees dus alert en neem een beslissing voordat uw werknemer wakker wordt!

Weet u als werkgever niet wat de beste keuze is, neem dan contact op met NOVO Advocaten te Breda, specialist in het arbeidsrecht. Dit kan via info@novo-advocaten.nl maar u kunt ook bellen naar 076-2056040.